Luc Schokkaert
Ons erfgoed
Op Sint-Jan de Doper markeren we het einde van het aspergeseizoen. Ooit domineerde de aspergeteelt in Klein-Brabant, maar nu zijn de bermen zeldzaam.
Ondanks de opkomst van andere gewassen blijft de traditie hier levend. Ontdek de geschiedenis van deze lokale specialiteit.
Het begin van de aspergeteelt in Kalfort
De eerste asperges werden vanaf 1885 in de streek gezaaid op het domein Coolhem van de familie Van de Wiele. De Kalfortse vlashandelaars Huyghe hadden het aspergezaad meegebracht uit Rijsel, waar ze hun vlas hadden verkocht en de aspergeteelt opmerkten. Het aspergezaad werd gezaaid door Henricus Josephus Leyers, vast hovenier van domein Coolhem sinds 1872.
Kalfort stond bekend als een prominente aspergeplaats, tot in Parijs toe, dankzij Baptist Vertongen (1856-1924) die de “Asperges de Calfort” introduceerde.
Veel inwoners van Kalfort leefden van de aspergeteelt. Vroeg in de ochtend werden de asperges geoogst, gebundeld en naar de veiling gebracht. Rond 1960 begon de aspergeteelt echter af te nemen. Dit kwam door de hoge arbeidskosten, hoge belastingen, concurrentie van geïmporteerde asperges, bodemuitputting en het vermoeiende handwerk. Uiteindelijk verdween de aspergeteelt uit Kalfort. Toch blijft de “asperge” onlosmakelijk verbonden met Kalfort.
Uitbreiding en succes van de aspergeteelt
Stilaan breidde de teelt zich uit. In die tijd was Puurs-Sint-Amands een arme regio. In de winter zwingelden de boeren vlas, dat ze opkochten uit het omliggende om iets bij te verdienen.
De aspergeteelt werd echter winstgevend en de algemene welstand nam zienderogen toe. Na de Tweede Wereldoorlog werd de teelt nog belangrijker en bestond er zelfs een bond van Aspergekwekers in de streek.
Luc Schokkaert
Luc Schokkaert
Veranderingen in de aspergeteelt
In 1960 was de aspergeteelt over haar hoogtepunt heen. De te hoge sociale lasten en fiscaliteit, de uitputting van de grond, het arbeidsintensieve werk en een aspergevliegplaag deden de verbouwde oppervlakte asperges al snel dalen met 75 %.
Door de betere bemestingstechnieken konden nu ook andere groenten worden gekweekt, die minder handwerk vroegen en een veel grotere productiviteit. De tuinders schakelden dan ook massaal over naar prei en bloemkolen.
Het proces van het steken en verwerken
Voor de jongere lezers, die asperges nog enkel in glas of conservenblikjes zien, een woordje uitleg. De asperges groeien in opgehoogde en mooi geëffende zandbedden.
Men herkent de plaatsen, waar de asperges hun kopjes bijna bovensteken, aan scheurtjes in de berm. Is men er niet snel genoeg bij, dan steekt de snel groeiende asperge haar hoofd in de loop van de dag boven en enkele uren zonnelicht volstaan om het kopje blauw te kleuren en de asperge sterk in waarde te doen verminderen.
De asperge wordt gedeeltelijk bloot gemaakt en met een lang mes gestoken. De groenten worden zorgvuldig gewassen, in een houten “ezeltje” gebundeld in bussels van een halve kilo, gelijk gesneden op een lengte van 22 cm en ingepakt in kistjes van 8 kg. Van daar uit gaan ze naar de groenteveiling in Sint-Katelijne-Waver.
Het einde van het seizoen
24 juni is onverbiddelijk het einde van het seizoen, dat begin april is begonnen. Daarna laat men de asperges opschieten om de plant de gelegenheid te geven weer op kracht te komen.
Doet men dit niet, dan is het onmogelijk om tien of twaalf jaar lang van dezelfde planten te oogsten.
In augustus komen dan de rode aspergebolletjes op de planten.
Ouderen zullen zich nog herinneren hoe kwajongens deze bolletjes met een musseflapper op niets vermoedende voorbijgangers mikten.